De Wilp

De Wilp ligt ten westen van Jonkersvaart en ten zuiden van Marum. Het dorp grenst dírect aan de gemeente Opsterland (Friesland).  De Wilp is de tweede grote kern in de gemeente en telt 1624 inwoners. De bebouwing loopt over de provinciegrens heen, De Wilp gaat daar over in ‘het Friese de Wilp’ en Siegerswoude. De naam van het dorp komt van de weidevogel de wulp. In het Fries wordt deze vogelsoort met wylp aangeduid. De Wilp is gesticht door Friese arbeiders die hier kwamen werken in de vervening.

De Wilp vormt met Siegerswoude, pal over de provinciegrens haast een tweelingdorp. De provincie- grens en grensscheiding tussen de dorpen is eigenlijk kunstmatig.
De naam Siegerswoude kan zijn ontstaan uit de persoonsnaam “Sieger” en “woud of wold”, hetgeen moerasbos (elzenbroek) betekent. Siegers- bos dus. Wie Sieger was zal wel altijd onbekend blijven. Volgens Spahr van der Hoek zijn de mensen, die hier zijn komen wonen, afkomstig uit “het Lege Midden” van Friesland. Dit gebeurde reeds in de eerste eeuwen van onze jaartelling. Toen het land hen te nat werd, zijn ze naar de hogere zandgronden in het oosten gevlucht. Er zijn diverse aan-wijzingen die deze veronderstelling waarschijnlijk maken.
In elk geval is het zo, dat omstreeks 1250 in Siegerswoude al een kerk is gebouwd en dat wijst op een groeiende bevolking. Nu moeten we niet denken dat het om veel mensen ging; om meer dan een kleine honderd ging het waarschijnlijk niet. Op kaarten uit 1718 en 1830 zijn er in Siegerswoude niet meer dan 17 boerderijen.In 1744 wonen er 122 personen; de Klauwertsvaart is dan al gegraven tot voorbij Bakkeveen en de verveningen langs de Friese grenzen zijn al begonnen.
Deze verveningen brengen opnieuw velen naar de omgeving van Siegerswoude/De Wilp, zo blijkt in 1796, want dan zijn er al 280 bewoners. Deze mensen wonen hoofdzakelijk in Friesche Palen én… langs de Wilpsterwijk. Friese arbeiders hebben de omgeving van het dorp dus ontgonnen en het dorp de Wilp doen ontstaan. Voornamelijk eerst langs de Oudemolenweg.

Aanvankelijk  zijn het ook de veenarbeiders, die zich later als kleine boeren vestigen op de ontgonnen gronden. Het is dan ook niet vreemd, dat namen als Van Veen, Veenstra, Venema en Nijboer hier vaak voorkomen. De Wilp – een kaart uit 1830 zegt De Wulp – bestaat dan nog maar net.

Intussen was in 1731 door het grote veengebied tussen Frieschepalen en Allardsoog de grens tussen Groningen en Friesland getrokken. Van De Wilp was echter nog steeds geen sprake. Aan het eind van de 18e eeuw werd de Wilpsterhoofdvaart gegraven en ontstond er langzamerhand een nederzetting die naar de toenmalige herberg ‘de Wulp’ werd genoemd. Op een uithangbord van een toenmalige herberg stond nl. een regenwulp, op z’n fries “wylp” of wilp. De naam De Wilp komt dus waarschijnlijk van de wulp (een weidevogel). Het kan echter ook afkomstig zijn van ‘wyl(p)ster’.‘Wyl(p)sters’ waren indertijd in deze contreien vogelvangers, die vroeger met netten trekvogels maar ook watervogels vingen, om ze als consumptievogel op de markt te brengen.

Terug naar De Wilp.

De Wilp kende aanvankelijk geen straten, alleen vaarten met daarlangs modderige paden. De veenwijken, sloten, kwamen er op uit. In 1835 kreeg De Wilp zijn eigen school en in 1868 een eigen kerk. Hiermee was De Wilp een volwassen dorp geworden op de grens van Friesland. Later kwam er een grote verandering, namelijk toen de vaart werd gedempt en het plantsoen de kern werd van dit dorp. Nog steeds is een groot percentage van de inwoners van oorsprong afkomstig uit Friesland. Ook wordt er nog veel Fries gesproken.

Bijzonderheden

Op het kerkhof in De Wilp staat een klokkenstoel. De klokkenstoel bestaat uit een houten stellage waarin een klok is opgehangen.

De hervormde kerk dateert van 1868. De gereformeerde kerk aan de Oosterweg werd in 1897 gebouwd.
In De Wilp heeft ooit een zuivelfabriek gestaan, ‘De Goede Hulp’.
De fabriek is in 1901 in gebruik genomen en bracht werkgelegenheid. De melkproducten werden veelal over het water vervoerd. De vaart door De Wilp werd in de twintiger jaren van de vorige eeuw gedempt. Nu is het de fabriek van de gebroeders Meijer.

De hervormde kerk dateert van 1868. De gereformeerde kerk aan de Oosterweg werd in 1897 gebouwd. In De Wilp heeft ooit een zuivelfabriek gestaan, ‘De Goede Hulp’.
De fabriek is in 1901 in gebruik genomen en bracht werkgelegenheid. De melkproducten werden veelal over het water vervoerd. De vaart door De Wilp werd in de twintiger jaren van de vorige eeuw gedempt. Nu is het de fabriek van de gebroeders Meijer.

De klokkenstoel op de begraafplaats van De Wilp

De klokkenstoel op de begraafplaats van De Wilp

Wulp op sokkel

Wulp op sokkel

De zitpraam

De zitpraam

De ‘kunstbrug’ gelegen tussen de Wilp en Siegerswoude

De 'kunstbrug' gelegen tussen de Wilp en Siegerswoude

In 2016 is er in De Wilp een start gemaakt van een project ‘De Wulp’. Naast een nieuw beeld van een wulp er een zitpraam geplaatst in het centrum van het dorp. Een bijzonder kunstwerk dat zowel een praam uitbeeld, als dienst doet als zitbank.

Annekdotes

De vondst van de dorpsfilm van De Wilp was wel heel speciaal. Een aantal jaren gelden kocht de familie Meijer het voormalige bankgebouw in het dorp. In de kluis bleek tussen het afval twee videobanden te liggen die na onderzoek de dorpsfilm van de Wilp bleek te bevatten. Een gelukkige vondst omdat de dorpsfilm van de Wilp als verloren werd beschouwd.
De ‘kunstbrug’ tussen De Wilp en Siegerswoude was vroeger een hefbrug. Ooit zat de zoon van de plaatselijke politieman boven in de brug, terwijl zijn pa hem maande om naar beneden te komen. Zonder succes.

Autobus 74 van de ESA reed in de vijftiger jaren door de leuning van de brug en hing een tijdlang boven het water. Toen een hele belevenis in het anders zo rustige dorp.
Bij dezelfde brug gebeurde het einde 19e eeuw ook, dat schipper Roelf Eizes Palsma (wonende te De Wilp) na sluitingstijd de brug niet meer mocht passeren met zijn turfschip. Hij had het echter druk en brak door de ketting. Hij werd hiervoor veroordeeld. Later waren Roelf en zijn vrouw Grietje Onnes Jager in 1878 betrokken bij een ernstig scheepsongeluk waarbij 2 kinderen verdronken. Het gebeurde op de plaats waar circa 30 jaar later de familie van Panhuis met de koets in het Hoendiep belandde en verdronk.